Ga naar hoofdinhoud

Werkgever let op: voortvarend handelen bij dringende reden (voor ontslag op staande voet) vereist

Werkgever let op: voortvarend handelen bij dringende reden (voor ontslag op staande voet) vereist

Feiten

Werkneemster is op 1 augustus 2016 voor onbepaalde tijd bij werkgever in dienst getreden in de functie van commercieel medewerker. Naast haar dienstverband bij werkgever heeft zij een eigen vastgoedbedrijf.

Werkgever en werknemer hebben op 20 november 2016 een vaststellingsovereenkomst (VSO) gesloten ter beëindiging van het dienstverband van werkneemster per 28 februari 2017.

In de VSO is een relatiebeding opgenomen (kortweg een beding waarin werknemer wordt verboden om relaties van werkgever te benaderen).

Bij e-mailbericht van 2 januari 2017 heeft werkgever de VSO ontbonden vanwege het niet naleven van het relatiebeding door werkneemster. Op 16 januari 2017 is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer zou in strijd met de bepaling in de VSO toch het relatiebestand van werkgever hebben gebruikt.

Werknemer komt in actie en verzoekt veroordeling van werkgever tot betaling van onder meer een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging (het loon over de niet door werkgever in acht genomen opzegtermijn).

Uitspraak rechter

Het ontslag op staande voet van 16 januari 2017 komt volgens de rechter veel te laat.

Werkgever had al op 2 januari 2017 (zie het emailbericht) geconstateerd dat werkneemster zich niet aan het relatiebeding hield. Werkgever had op dat moment meteen tot ontslag moeten overgaan. De dringende reden was namelijk al bekend, zodat verder onderzoek niet noodzakelijk was. Het te lange aarzelen “nekt” de werkgever.

De rechter kent aan werknemer de vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe (het loon over de niet in acht genomen opzegtermijn).

In zoverre niets bijzonders. De overweging van de rechter is interessanter waar het de billijke vergoeding betreft.

De rechter laat in de toekenning van de billijke vergoeding (punitief/bestraffend karakter) meewegen dat werkgever in eerdere vergelijkbare gevallen op dezelfde wijze verschillende personeelsleden op onterechte gronden op staande voet heeft ontslagen. Werkgever moet ervan worden weerhouden dat zij opnieuw tot dergelijk handelen overgaat. De rechter kent op grond van het punitief karakter een billijke vergoeding van € 6000 bruto (globaal overeenkomend met drie maandsalarissen) toe.

Last but not least trekt de rechter ook nog eens de werking van het concurrentiebeding (dat in de arbeidsovereenkomst was opgenomen) en het relatiebeding (de VSO) onderuit. Werkgever heeft met het onterechte ontslag op staande voet namelijk ernstig verwijtbaar gehandeld. Werknemer is dus ook nog eens “vrij man” (“vrouw” in dit geval).

Tips

  1. Aarzel als werkgever niet te lang met het geven van een ontslag op staande voet nadat de feiten die leiden tot een dringende reden zijn geconstateerd. Wachten met een ontslag op staande voet is wel toegestaan indien nog nader onderzoek moet worden gepleegd.
  2. Let erop dat je als werkgever niet een consequente lijn van onterechte (niet genoeg doordachte) ontslagen ontwikkelt. Je ziet dat zo’n lijn kan meewegen in de beslissing van de rechter om bij wijze van straf een (hogere) billijke vergoeding toe te kennen. Overleg dus met je advocaat over de vraag of er een voldoende grond voor ontslag op staande voet is of dat er “andere wegen zijn die naar Rome leiden”.
  3. Een onterecht gegeven ontslag kan tot stevige consequenties leiden. Zo kan een werknemer, zoals in deze situatie, volledig worden vrijgesteld van het concurrentie- en relatiebeding.

De arbeidsrecht-advocaten van MARK Advocaten staan u graag deskundig bij.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2017:3099

Jurgen Hooymayers, Diederik Snelder, Jan van Gool

Back To Top