Ga naar hoofdinhoud

Is de berekening van zorgkorting hogere wiskunde?

Is de berekening van zorgkorting hogere wiskunde?

Bij de berekening van de hoogte van een bedrag aan kinderalimentatie, in het kader van een scheiding of nadien, wordt redelijkerwijs rekening gehouden met de kosten voor de dagelijkse zorg die een ouder heeft. Vaak wonen de kinderen grotendeels bij moeder maar verblijven ze een deel van de tijd ook bij vader. Moeder voldoet de kosten van de kinderen en vader draagt daarin bij door middel van kinderalimentatie. Tijdens de dagen dat de kinderen bij vader verblijven, zorgt hij voor hen (eten, drinken enz.) Voor die zorg mag vader bij de berekening van kinderalimentatie een zorgkorting in mindering brengen op wat hij kan betalen, waarvan de hoogte afhankelijk is van de omgangsregeling. Aangezien iedere omgangsregeling anders is, leidt ook het berekenen van de zorgkorting vaak tot verhitte discussies.

In beginsel wordt onderstaand schema gehanteerd bij de berekening van zorgkorting:

  • 15% bij zorg gedurende gemiddeld 1 dag per week
  • 25% bij zorg gedurende gemiddeld 2 dagen per week
  • 35% bij zorg gedurende gemiddeld 3 dagen per week

Het percentage wordt toegepast op de behoefte (totale maximale kosten) van het kind.

Rechters kunnen afwijken van deze percentages. Zo kan een rechter bijvoorbeeld bij zorg gedurende gemiddeld 1,5 dag per week, een zorgkorting hanteren van 20%. Maar dat is nog een eenvoudige rekensom. Want hoe om te gaan met enkele uren zorg per dag, bijvoorbeeld omdat vader de kinderen naar school brengt en moeder ze daar weer ophaalt? Of zorg op vrijdagmiddag van 15.30 tot 18.00 uur of het begeleiden door vader van de kinderen bij sporten? Hoe houden we rekening met vakantie- en feestdagen? Berekenen we de zorg per uur, per halve dag of hele dagen? Wat te doen voor een rechter als er uit een nauwkeurige berekening een percentage van 28% komt? Ronden we dat af naar 30% of houden we 28% aan?

In de praktijk wordt hier zeer verschillend mee omgegaan. De lijn die daarbij vaak wordt gehanteerd is dat een zorgkorting, naast voornoemde schema, vooral ook een redelijk percentage moet zijn, afhankelijk van omstandigheden. Maar ook dat is voor verschillende interpretaties vatbaar. In een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 31 juli 2013 discussieerden ouders over de zorgkorting. Moeder berekende de zorgkorting op basis van zorg door vader gedurende gemiddeld genomen 2,1 dagen per week, waarbij zij uitkwam op 25% zorgkorting. Vader kwam op een zorgkorting van 35%, op basis van zorg gedurende gemiddeld 2,79 dagen per week. De rechtbank hanteerde een percentage van 35% maar het Hof maakte daar in hoger beroep (Hof Arnhem-Leeuwarden, 14 oktober 2014) 20% van.

Uit deze uitspraak van een rechtbank en vervolgens het Hof blijkt eens te meer dat er geen enkele zekerheid te geven is met betrekking tot de hoogte en de berekening van de zorgkorting. Des te belangrijker is het om goed naar iedere afzonderlijke situatie en de omstandigheden te kijken en het percentage aan zorgkorting goed te beargumenteren.

Wilt u uw specifieke situatie aan ons voorleggen voor goed en betrouwbaar advies, neemt u dan contact op met mevr. mr. Joyce Heuts of mevr. mr. Moniek Hofland, specialisten op het gebied van personen- en familierecht bij Mark Advocaten.

Back To Top