Ga naar hoofdinhoud

Aansprakelijkheid na uittreding VOF

Aansprakelijkheid na uittreding VOF

Stel: u hebt een VOF (vennootschap onder firma) met een of meer anderen en u besluit de samenwerking te beëindigen. In hoeverre bent u dan nog aansprakelijk voor schulden van de VOF?

Uitgangspunt in de wet is dat ieder van de vennoten in een VOF hoofdelijk aansprakelijk is en blijft voor de schulden van de VOF. Dit betekent dus dat een partij die een vordering heeft op de VOF ieder van de vennoten afzonderlijk kan aanspreken en kan proberen de volledige vordering op deze vennoot te verhalen. Als één van de vennoten de schuld van de VOF heeft voldaan, is het daarna afhankelijk van de afspraken tussen de vennoten onderling in hoeverre deze vennoot de andere vennoten kan aanspreken om bij te dragen in de vordering die door hem al is betaald.

Zo lang de vennoot deel uitmaakt van de vennootschap onder firma, is de hiervoor genoemde hoofdelijke aansprakelijkheid een logisch gevolg van de keus om de bedrijfsvoering te voeren vanuit een VOF. De hoofdelijke aansprakelijkheid is dan ook nog acceptabel omdat de vennoot deel uitmaakt van de VOF en invloed heeft op de bedrijfsvoering.

Uittreding uit de VOF 

Wat echter als de vennoot op enig moment er voor kiest om uit de VOF te stappen? Wordt de hoofdelijke aansprakelijkheid dan stop gezet of loopt die nog gewoon door?

De wet bepaalt in dit geval dat de aansprakelijk door blijft lopen voor schulden die zijn ontstaan in de periode dat iemand vennoot van de VOF was. De reden daarvoor is dat niemand zich eenzijdig aan zijn verplichtingen kan onttrekken. Zou de aansprakelijkheid niet voort blijven bestaan, dan kan men eenvoudigweg stoppen met een VOF en zo iedere aansprakelijkheid ontlopen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor schulden uit de periode dat men vennoot in een VOF was, blijft dus bestaan. Ook wanneer men uit de VOF is gestapt en die door anderen wordt voortgezet. Dit brengt dus nogal wat risico’s met zich mee, zeker wanneer er duurovereenkomsten (dat zijn overeenkomsten die voor langere tijd worden aangegaan) zijn gesloten. Denk bijvoorbeeld aan huurovereenkomsten, overeenkomsten met nutsbedrijven en aan leaseovereenkomsten. De hoofdelijke aansprakelijkheid voor schulden die uit dit soort overeenkomsten voortvloeit, eindigt pas op het moment dat bijvoorbeeld de huurovereenkomst zelf wordt beëindigd of door de voortzettende vennoten van de VOF de overstap wordt gemaakt naar een ander nutsbedrijf en de financiële verplichtingen op grond van deze inmiddels beëindigde  overeenkomsten volledig zijn nagekomen. Dat kan vaak nog jaren duren. De gemiddelde huurovereenkomst wordt bijvoorbeeld al voor 5 plus 5 jaar aangegaan. Zelfs jaren na uittreding kan de voormalig vennoot dus nog geconfronteerd worden met schuldeisers van de VOF.

Afspraken met achterblijvende vennoten

Juist omdat de uittredende vennoot nog jarenlang hoofdelijk aansprakelijk kan zijn, is het van belang dat er ten tijde van het uittreden van een vennoot goede afspraken worden gemaakt. Het liefst uiteraard op papier. In ieder geval is van belang dat de uittredende vennoot en de achterblijvende vennoten een vrijwaringsbeding overeenkomen. Met een vrijwaringsbeding komen de uittredende vennoot en de voortzettende vennoten overeen dat de voortzettende vennoten de uittredende vennoot financieel volledig zullen compenseren als deze om wat voor reden dan ook door een schuldeiser van de VOF wordt aangesproken en een schuld van de VOF voldoet.

Zo’n vrijwaringsbeding is natuurlijk alleen maar een oplossing als de voortzettende vennoten in staat zijn om aan die verplichting te voldoen. Als zij dat niet willen of kunnen heeft de uittredende vennoot een probleem. Van een kale kip valt immers niet te plukken. De uittredende vennoot heeft dan gewoon pech gehad.

Beëindiging hoofdelijke aansprakelijkheid?

Wat moet de uittredende vennoot dan doen om zijn aansprakelijkheid te beëindigen? De uittredende vennoot kan niet zelf de aansprakelijkheid stoppen. Alleen met medewerking van de contractspartij (bijvoorbeeld de verhuurder of het nutsbedrijf) kan de uittredende vennoot uit de hoofdelijke aansprakelijkheid worden ontslagen. Of die contractspartij dat wil doen is maar zeer de vraag. Deze contractspartij verliest immers één van de partijen op wie zij haar (toekomstige) vordering kan verhalen en krijgt daar in de regel niets voor terug. Toch kan het voor bepaalde overeenkomsten wel van belang zijn om ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de uittredende vennoot te regelen.

Conclusie

Stoppen met een VOF betekent niet dat alle financiële risico’s ook stoppen. De uittredende vennoot kan nog jarenlang aansprakelijk blijven voor schulden die voortvloeien uit overeenkomsten die zijn gesloten in de tijd dat hij nog wel vennoot in de VOF was. Om dit risico beheersbaar te maken en zoveel mogelijk te beperken moeten er bij uittreding goede afspraken worden gemaakt. Niet alleen tussen de uittredende vennoot en de voortzettende vennoten, maar soms ook tussen de uittredende vennoot en derden met wie de VOF een overeenkomst heeft.

Wilt u gaan stoppen met uw VOF, neem dan vrijblijvend contact op met Christel van den Reek. Zij kan samen met u de risico’s in kaart brengen en afspraken maken om de overblijvende aansprakelijkheid zoveel als mogelijk te beperken.

Back To Top