Ga naar hoofdinhoud

Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR)

Op 1 juli as. treedt de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) in werking. Dit betekent dat er voor stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen het nodige gaat veranderen. De reden voor deze wijziging is dat de regels voor het bestuur en toezicht van deze lichamen duidelijker moeten worden.

Wat gaat er veranderen?

In hoofdlijnen is dat het volgende. De WBTR wordt opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en bevat voor stichtingen en verenigingen de mogelijkheid om een toezichthoudend orgaan in te voeren, net zoals dat al kan bij naamloze en besloten vennootschappen. Er kan gekozen voor een monistisch bestuursmodel, waarbij bestuurders een uitvoerende of toezichthoudende rol hebben. Er kan ook gekozen worden voor een dualistisch model. In dat geval wordt er vaak gekozen om een Raad van Commissarissen als toezichthoudend orgaan te installeren.

Taakvervulling

De normstelling voor de taakvervulling voor bestuurders en commissarissen is verder uitgewerkt. Zij moeten zich laten leiden door het belang van de rechtspersoon en de daaraan verbonden organisatie. Een bestuurder of commissaris die geconfronteerd wordt met een tegenstrijdig belang, mag niet meebeslissen over dit onderwerp. Eventuele oude en andersluidende tegenstrijdig belang-regelingen in statuten worden tot de eerstkomende statutenwijziging als niet geschreven beschouwd.

Belet en ontstentenis

Belangrijk is dat de statuten vanaf 1 juli a.s. vanaf hun eerste statutenwijziging een regeling moeten hebben voor gevallen van tijdelijke afwezigheid van bestuurders of commissarissen (belet) en/of niet ingevulde vacatures (ontstentenis).

Meervoudig stemrecht

In de wet is vanaf 1 juli a.s. verankerd dat een bestuurder of commissaris nooit meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders of commissaris tezamen. De statuten die van deze bepaling afwijken moeten bij de eerstvolgende statutenwijziging en maximaal binnen 5 jaar worden aangepast.

Ontslagmogelijkheden van bestuurder of commissaris van een stichting

Binnen het huidige ontslagbestel zijn er maar zeer beperkte mogelijkheden om een bestuurder via de rechter te ontslaan. De rechter krijgt met de WBTR meer beoordelingsvrijheid om een bestuurder of commissaris van een stichting te ontslaan op verzoek van een belanghebbende. Bij ontslag via de rechter volgt ook een verbod voor de duur van 5 jaar om een bestuursfunctie bij een andere vereniging of stichting uit te oefenen.

Bestuurdersaansprakelijkheid

Als vaststaat dat het bestuur van een vereniging of stichting niet heeft voldaan aan de administratieplicht of, indien verplicht, de jaarrekening niet tijdig is gepubliceerd en een vereniging of stichting gaat failliet, dan is sprake van onbehoorlijke taakvervulling en wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Lukt het niet om dit vermoeden te weerleggen, dan is het bestuur aansprakelijk. Het NV- en BV-recht kent al een dergelijke bepaling. Overigens geldt dit alleen voor stichtingen en verenigingen die vennootschapsbelastingplichtig zijn of vanwege hun publieke functie een jaarrekening moeten publiceren.

Mocht u meer informatie willen hebben over de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen, neem dan contact op met Jan van Gool en Christel van den Reek van MARK Advocaten.

Back To Top