Ga naar hoofdinhoud

Proost! Vanaf 1 juli 2021 geldt de Alcoholwet

Wie de afgelopen maand in de supermarkt inkopen heeft gedaan voor een vrijdagmiddagborrel, BBQ of vakantie, zal het wel zijn opgevallen: er wordt niet meer gestunt met prijzen voor bier, wijn en andere alcoholische dranken. Vaarwel ‘2-voor-de-prijs-van-1’. Mag een kratje pils dan nooit meer in de ‘bonus’?

Op 1 juli jl. is de Drank- en Horecawet (de DHW) niet alleen van naam veranderd – in de Alcoholwet – maar zijn er ook wat regels op de schop gegaan.

Die naamgeving, met de nadruk op het fenomeen alcohol, is bedoeld om beter aan te geven dat dit risicovolle product in de wet centraal staat, aldus de Rijksoverheid. Bovendien zijn de regels ook van toepassing buiten de horeca, zoals in supermarkten, slijterijen en sportkantines. Daar gold de DHW voorheen ook al, maar misschien was de naam inderdaad wat verwarrend.

Doel van de aangescherpte regels is om alcoholmisbruik met name onder jongeren te beteugelen. Maar met de beperking van kortingsacties tot een maximum van 25% van de prijs, wil men ook in het algemeen consumenten ervoor behoeden dat zij worden verleid “meer alcohol kopen dan ze van plan waren”, aldus de overheid. Acties mogen dus nog wel, maar er is een grens getrokken.

Nieuwe regels

Een aantal nieuwe wettelijke bepalingen spelen – zij het met wat vertraging – in op maatschappelijke ontwikkelingen c.q. verschijnselen.

Nieuw in de wet is bijvoorbeeld de bevoegdheid van de gemeente om verplicht te stellen dat op voertuigen zoals bierfietsen, partybussen en sloepjes een medewerker aanwezig is die voldoende kennis en inzicht heeft in sociale hygiëne.

Ook geldt nu bij online verkoop van alcohol een verplichte leeftijdsverificatie en moet de verkoper vastleggen hoe hij verzekert dat de alcohol ook daadwerkelijk aan een meerderjarige wordt afgeleverd op het opgegeven adres. Door deze vereisten wordt geprobeerd om zogeheten ‘wederverstrekking’ tegen te gaan: jongeren die alcohol via volwassenen proberen te bemachtigen.

Gevoelsmatig ietwat tegenstrijdig is de bepaling dat gemeenten en de NVWA in het kader van toezicht en handhaving 16- en 17-jarige ‘testkopers’ mogen inzetten. Zo wordt door de inzet van ‘lok-minderjarigen’ gecontroleerd of het verbod op verkoop aan minderjarigen wel goed wordt nageleefd.

Ondernemers die alcoholhoudende dranken verkopen, of dat nu in de kroeg, supermarkt of voetbalkantine is, óf online, zullen nog veel strikter moeten controleren of degene aan wie ze de drank verkopen ook daadwerkelijk meerderjarig is en de alcohol voor eigen gebruik aanschaft. Immers wordt de pakkans vergroot en een gedwongen sluiting komt, zeker nu met de versoepelde coronamaatregelen eindelijk weer wat meer mogelijk is, niemand goed uit.

Luchtverversing

Wat verder nog bijzondere aandacht verdient is een uit de wet geschrapte bepaling die eisen stelt met betrekking tot luchtverversing in de horeca. Er was behoorlijk wat verbazing te horen over het laten vervallen van die ventilatievoorschriften, juist vanwege de versoepelde coronamaatregelen waardoor weer veel mensen bijeen zouden komen in cafés en restaurants. Wetende hoe belangrijk goede ventilatie is om besmettingen te voorkomen, hoe verzint de overheid dan dat die voorschriften kunnen worden geschrapt?

Geen zorgen, die regels waren een onnodige aanvulling op c.q. herhaling van de eisen die toch al voortvloeien uit het Bouwbesluit 2012. Althans, dat zegt opnieuw de Rijksoverheid. Wat mij betreft ligt de waarheid in het midden.

Voorheen was specifiek voor horeca-inrichtingen een vereiste opgenomen in art. 5 lid 1 van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet: een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van 3,8×10-3 m3/s per m2 vloeroppervlakte.

Vanaf 1 juli jl. volgt uit het Bouwbesluit (via art. 10 lid 5 Alcoholwet en art. 2 Woningwet) voor bestaande bouw de eis dat een verblijfsruimte een voorziening voor luchtverversing heeft met een volgens NEN 8087 bepaalde capaciteit van ten minste 0,7 dm3/s per m2 vloeroppervlakte met een minimum van 7 dm3/s. Daar bovenop geldt een vereiste capaciteit per aanwezige persoon van 2,12 dm3/s. Voor nieuwbouw gelden overigens iets strengere eisen. De gemeente kan strengere eisen opleggen bij bestaande bouw, via de bevoegdheid van art. 13 Woningwet, maar daarvan moet dan wel de noodzaak worden onderbouwd.

Hoewel ik geen rekenwonder ben, weet ik dat 10-3 m3 hetzelfde is als 1 dm3 en dat dus voorheen een vereiste van 3,8 dm3/s per m2 vloeroppervlak gold, waar nu 0,7 dm3/s per m2 (of 0,9 dm3/s per m2 bij nieuwbouw) geldt. Dat leidt bij een horeca-inrichting met een verblijfsruimte van 50 m2 tot behoorlijke verschillen: 190 dm3/s tegenover 35 dm3/s, zij het dat bij de laatste dus nog 2,12 dm3/s per aanwezige persoon moet worden opgeteld.

Met de 1,5-metermaatregel die in acht dient te worden genomen, ontstaat nu een lastige rekensom voor de horeca-exploitant die zich bedenkt welke capaciteit zijn luchtverversingsinstallatie dient te hebben. Er wordt uitgegaan een cirkel met een oppervlakte van 3,5 m2 per persoon om aan de 1,5-meter-eis te voldoen. Dan passen er in een horeca-inrichting met een verblijfsruimte van 50 m2 dus op z’n best 14 personen. Maar bezoekers van horeca hoeven die afstand soms niet te houden, gezinsleden bijvoorbeeld. Voor het rekenvoorbeeld houden we echter die 14 personen aan, hetgeen een extra capaciteitsvereiste oplevert van 14 x 2,12 = 29,68 dm3/s. Opgeteld bij die 35 dm3/s komen we nog steeds bij lange na niet aan het oude vereiste.

Er gelden sinds 1 juli jl. dus nog steeds luchtverversingseisen in de horeca, maar die lijken een stuk milder te zijn dan voorheen. Of dit aanleiding geeft om het ‘gat’ te dichten door de bevoegdheid van art. 13 Woningwet in te zetten weet ik niet, maar het ongelukkige gevolg van deze wetswijziging zou in dat geval wel zijn dat er dan een stuk meer bezwaar- en beroepsprocedures volgen. Nog los van de mogelijk oplopende besmettingscijfers.

Advies

Vragen over (ruimtelijk) bestuursrecht? Neem contact op met Reinier Ensink van MARK Advocaten.

Back To Top